PvdA verwelkomt nieuwe aandacht voor westelijke Balkan

6 februari 2018

PvdA verwelkomt nieuwe aandacht voor westelijke Balkan

De Europese Commissie heeft vandaag een nieuwe strategie voor de westelijke Balkan gepresenteerd. Nadat de Commissie deze regio jarenlang links heeft laten liggen, is de hernieuwde aandacht van harte welkom, stelt de PvdA.

“De hervormingen in veel Balkan-landen zijn stil komen te liggen, er lijkt sprake te zijn van een soort hervormingsmoeheid, omdat het perspectief op EU-lidmaatschap steeds verder weg zakt. Benadrukken dat de deur voor deze kandidaat-lidstaten open staat, mits ze aan alle strenge voorwaarden voldoen, kan een extra stimulans zijn om die noodzakelijke hervormingen weer op gang te krijgen,” stelt Europarlementariër Kati Piri.

Bij het aantreden van de Commissie Juncker in 2014, was de boodschap dat de Balkan-landen de komende jaren maar in de wachtkamer moesten zitten. Vandaag noemt de Europese Commissie de mogelijkheid voor Servië en Montenegro om zich in 2025 bij de EU te voegen.

De stabiliteit op de Balkan is voor ons allen van belang. De laatste tijd is er in een aantal landen een toename in etnische spanningen. Ook proberen Rusland, Turkije en China om hun invloed in de regio uit te breiden. Het is dan ook van belang dat de EU meehelpt bij de versterking van de democratie en rechtsstaat in deze landen,” aldus Tweede Kamerlid Lilianne Ploumen.

“Het noemen van een exact jaartal lijkt ons daarbij voorbarig. De kwaliteit van de hervormingen moet leidend zijn, niet de snelheid,” zegt Ploumen.

Europarlementariër Paul Tang, tevens vicevoorzitter van de EU-Servië delegatie, benadrukt: “Er is nog een lange weg te gaan voordat Servië tot de EU kan toetreden. Zo zijn er nog de nodige problemen met de onafhankelijkheid van de rechtsstaat en de persvrijheid. Goede relaties met buurland Kosovo is ook een vereiste voor lidmaatschap.”

Toch is Tang ook optimistisch: “De nieuwe uitbreidingsstrategie biedt de kans voor Belgrado om moeilijke, maar noodzakelijke hervormingen nu toch door te voeren.”

(persbericht 6 februari)