Nieuwe maatregelen moeten de Europese rechtsstaat beter beschermen
Afgelopen weekend was het 60 jaar geleden dat het Hongaarse volk in opstand kwam tegen het onderdrukkende regime van de Sovjet-Unie. Gewone mensen kwamen op voor hun recht op vrijheid, gelijkheid, democratie en rechtvaardigheid. Helemaal niet van die gekke eisen. Toch werd de opstand door Moskou met grof geweld de kop ingedrukt. Tweehonderdduizend Hongaren vluchtten het land uit. Mijn vader was één van die vluchtelingen. Hij was toen 16 jaar oud.
In de afgelopen zestig jaar is er veel gebeurd in Europa. De vrijheid die we nu kennen is zwaarbevochten. Dat brengt ook de verplichting met zich mee om het te blijven verdedigen. Elke dag weer.
De rechtsstaat in Hongarije staat onder druk. De Hongaarse premier Viktor Orbán ontslaat rechters, sluit kritische kranten en voert een staatspropaganda over de ruggen van vluchtelingen. Ook in Polen staat de democratie onder druk. De populistisch-conservatieve regering in Warschau heeft na haar aantreden het constitutioneel hof buitenspel gezet en tornt aan vrouwenrechten door hun plan om abortus totaal te criminaliseren.
Maar laten we ons niet blindstaren op Hongarije en Polen, want het kan overal in Europa gebeuren. Een democratische rechtsstaat is nooit af en er zullen altijd krachten zijn die het willen afbreken. Daarom is het goed dat er vandaag een voorstel wordt aangenomen om alle lidstaten jaarlijks langs een democratische meetlat te leggen. Door het invoeren van objectieve criteria en een onafhankelijke beoordelingscommissie kan de rechtsstaat beter beschermd worden.
Er is op dit punt nog een lange weg te gaan, maar het is al een stap vooruit als we elkaar binnen de EU ook af en toe de maat nemen. Veel Europeanen hebben immers hun leven gegeven om te leven in vrijheid.