Nederland en Europa zijn nog niet klaar voor de Ubers en Deliveroo’s van deze wereld. Een kwart van de platformwerkers verdient onder het minimumloon, blijkt uit het onderzoek van de Wiardi Beckman Stichting (WBS) in opdracht van Europarlementariër Agnes Jongerius.
‘Dit onderzoek laat zien dat de platformeconomie alleen maar verliezers kent, alleen zodat grote bedrijven een zo groot mogelijk marktaandeel kunnen verkrijgen’, stelt Europarlementariër Agnes Jongerius (PvdA).
Zogenaamde platformbedrijven, bedrijven die gebruik maken van apps waarmee klanten en werkzoekende in contact met elkaar kunnen komen, zijn al tijden onderdeel van gesprek. Huidige wetgeving lijkt onvoldoende afgestemd op dit soort bedrijven. Een kwart van de platformwerkers verdient onder het minimumloon en het Europees mededingingsrecht belemmert nationale grondrechten van platformwerkers. Dit concludeert de WBS die onderzoek deed naar bedrijven als taxibedrijf Uber en maaltijdbezorger Deliveroo.
Een prognose van ING toont bovendien dat de platformeconomie booming is. De komende jaren kan deze bedrijfstak groeien met een miljoen nieuwe arbeidskrachten. In tegenstelling tot een vaak aangenomen veronderstelling is platformwerk voor de meeste werkers geen bijbaan.
‘Het is tijd dat politici zich bekommeren om deze tijdbom die huidige banen onder drukt zet en onderbetaalde platformwerkers opzadelt met onzekerheid’, stelt Agnes Jongerius.
Vandaag presenteert Jongerius haar rapport voor een nieuwe Europese richtlijn. De belangrijkste aanbeveling is dat platformbedrijven zelf aan moeten tonen dat ze geen werkgever zijn. Die bewijslast ligt momenteel bij de werkers.
Zie hier het hele onderzoek platformwerk.