Het valse referendum van Viktor Orbán
Een opgestoken middelvinger richting Brussel. Dat is de werkelijke boodschap van het referendum, dat premier Viktor Orbán aanstaande zondag voor Hongarije heeft uitgeschreven. De vraag over het wel of niet weren van vluchtelingen is een staaltje van spierballenpolitiek van deze xenofobe Hongaarse politicus, die hiermee vooral zijn positie in eigen land wil versterken. Het is stoer doen tegen Europa over de ruggen van vluchtelingen.
De Hongaren kunnen zondag ja of nee zeggen tegen de vraag of het land moet meewerken aan de spreiding van vluchtelingen over de EU. Vorig jaar – toen de vluchtelingenstroom dramatische proporties aannam – besloten de Europese ministers van justitie en binnenlandse zaken om 160.000 vluchtelingen uit Griekenland en Italië over de EU te verdelen door middel van verplichte quota. Hoewel Hongarije en andere Oost-Europese landen toen tegen stemden, was er toch een afdoende meerderheid in de EU om het plan door te zetten.
Het referendum, ook als Orbán de volksraadpleging wint, zal dit besluit niet kunnen terugdraaien. Het spreidingsplan is volgens de ook door Hongarije onderschreven Europese spelregels genomen. Hongarije heeft in deze kwestie helemaal geen vetorecht. Bij het Oekraïne-referendum heeft Nederland wel de macht om het verdrag te blokkeren, maar het Hongaarse referendum kan de Europese besluitvorming niet beïnvloeden. Ook niet als de drempel van 50% opkomst wordt gehaald.
Maar wat belangrijker is: het hele plan is inmiddels door de werkelijkheid achterhaald. De Europese Commissie heeft het hele idee van verplichte quota al lang laten varen, nadat de migratiedeal met Turkije van maart dit jaar inmiddels flink heeft bijgedragen aan het indammen van de vluchtelingenstroom.
Toch zorgt het hele referendum voor een nare smaak in de mond. Vooral door de manier waarop het gaat. Met de volksraadpleging speelt Orbán doelbewust in op de gevoelens van angst voor migranten onder de Hongaarse bevolking. Huis aan huis heeft de regering een 18 pagina’s tellend pamflet verspreid, waarin de Hongaren worden opgeroepen toch vooral ‘nee’ te zeggen tegen het Europese spreidingsplan.
De regering van Orbán legt in het stuk ook uit waarom ze zo moeten kiezen: ‘migranten zijn een gevaar voor de samenleving’ en ‘het opnemen van vluchtelingen staat gelijk aan een open uitnodiging voor terroristen om in Hongarije aanslagen te komen plegen,’ suggereert het pamflet. Hoezo stemmingmakerij?
Bovendien wordt de oppositie monddood gemaakt. Een demonstratie in Boedapest tegen het referendum is door de Hongaarse autoriteiten verboden. Mijn plan om daar dit weekeinde mijn steun aan te betuigen is daarmee om zeep geholpen. Dit alles is natuurlijk een zogenaamde democratische ‘EU’-rechtsstaat onwaardig.
Orbán, die in Europa samenwerkt met de christendemocraten van onder meer het CDA, zegt dat de Hongaren zelf democratisch moeten kunnen kiezen met wie zij samenleven. Geldt dat dan ook als er zondag toch een ‘ja’ tegen het EU-spreidingsplan uitkomt, of de 50 % opkomst niet wordt gehaald? Gaat dan de muur aan de grens met Servië weer tegen de vlakte? En gaat hij dan weer in de pas lopen met democratisch genomen besluiten van Europa?
Dat zal allemaal niet gebeuren. Het is dus een vals referendum. Aan de praktijk zal een ‘nee’-stem niets veranderen. Met een dubieuze campagne gebaseerd op stemmingmakerij moet de uitslag vooral de ster van Viktor Orbán meer doen stralen als de man die Brussel een hak zette.