Turkije: geen overwinning van de democratie
Nadat de coupplegers in Turkije binnen twaalf uur moesten opgeven, riep de menigte in de straten van Turkije en een aantal Europese steden: ‘ De democratie heeft gewonnen.’ Maar een paar dagen later zien we dat het een hele andere kant opgaat in Turkije. Gelukkig is een militaire staatsgreep afgewend, naast de regerende AK-partij hebben ook de oppositiepartijen CHP, MHP en HDP zich daartegen uitgesproken. Maar wat we nu zien voltrekken in Turkije is zeker geen teken van democratie.
Een president die tegenstanders een virus noemt dat moet worden uitgeroeid. De rillingen lopen over je rug. Dik 2700 rechters die per direct en tegelijk uit hun functie worden gezet, honderden andere overheidsbeambten die ontslagen worden en enkelen zelfs gevangen genomen. Tel dat op bij de vele journalisten die de afgelopen jaren het werk onmogelijk is gemaakt of die gevangen zijn genomen; het afnemen van de immuniteit van enkele parlementariërs, die daardoor niet meer vrij hun werk kunnen doen; het conflict met de Koerden in het zuidoosten of de stelling dat vrouwen die hun moederschap en het huishouden weigeren onvolwaardig zijn en je kunt gevoeglijk concluderen dat Turkije nog geen open en transparante democratie is.
Dat is ook de reden dat Turkije nog geen lid van de Europese Unie is, ondanks jaren van kandidaat-lidmaatschap. En dat lidmaatschap zit er voorlopig ook niet in. Er wordt altijd gesproken over ‘onderhandelingen’ over toetreding, maar eigenlijk moet Turkije gewoon voldoen aan de Europese eisen rondom economie, mensenrechten, democratie en rechtsstaat. De gesprekken daarover zorgde ervoor dat Turkije in 2002 de doodstraf afschafte. Als Erdogan die nu weer invoert weet hij één ding zeker: dat EU-lidmaatschap komt er niet van.
De conclusie van sommigen om dan maar te stoppen met gesprekken en samenwerking met Turkije is veel te gemakkelijk. Om te beginnen is Turkije een tot op het bot verdeelde samenleving. President Erdogan heeft ongeveer de helft van de bevolking achter zich. De andere helft dus niet. Daarnaast leven er bijna drie miljoen vluchtelingen in Turkije, die willen we ook niet aan hun lot overlaten. En de geografie van Turkije zal niet wijzigen. Het land ligt aan de rand van Europa, naast landen in burgeroorlog. Allemaal redenen om het gesprek wel aan te gaan. Europa heeft belang bij een stabiel en evenwichtig Turkije. De deur dichtgooien brengt zeker die stabiliteit niet dichterbij. Het is als een kleuter die kiekeboe speelt: met de handen voor de ogen zie je de ander niet, maar die is er nog wel, ongewijzigd.
We moeten in gesprek blijven, ook in Nederland. Want ook hier lopen de gemoederen aardig op. Minister Asscher zei het al: hoofd koel en handen thuis. In een democratie moet je juist met elkaar blijven praten. Ideeën uitwisselen, strijden met woorden. Dat moeten we ook in Europa en met onze buurlanden, opdat een meerderheid nooit een minderheid mag onderdrukken, of andersom. Alle meningen moeten gehoord kunnen worden, ook al vervullen ze soms met afschuw. Dat maakt democratie verdraaid lastig. Zoals Churchill als zei: ‘ Democracy is the worst form of government, except for all the others.’ Goed dat de staatsgreep is afgewend in Turkije, maar gezien de laatste ontwikkelingen is dit zeker geen overwinning voor de democratie.
Mijn eerste reactie op de mislukte coup: Zorgelijke situatie in Turkije