Poolse werknemers uitgebuit, Nederlandse collega’s op straat
Gisteren pakte de NOS uit met de kop ‘Veel Polen worden nog steeds uitgebuit in Nederland’. Daar had wat mij betreft als onderkop bij gemogen: ‘En daarom verliezen veel van hun Nederlandse collega’s hun baan.’ Want die worden als ’te duur’ aan de kant gezet. De schilder, de timmerman, de scheepsbouwer, de vrachtwagenchauffeur. Maar zij niet alleen. Voor dezelfde prijs immers twee Polen, drie Bulgaren of (dat zagen we pas bij een Limburgs transportbedrijf) vier Filipijnen. Jawel, Filipijnen. Want die jongens zeggen helemaal overal ja tegen. Ze kunnen niet anders. Al is het maar omdat een nee een enkeltje Manilla oplevert (of Warschau of Sofia).
En zo worden mensen die eigenlijk collega’s zijn tot elkaars concurrent gemaakt. Tegen elkaar uitgespeeld. Tegen elkaar opgestookt.
Volgens velen door het ‘boze Brussel’ met z’n vrij verkeer van werknemers (dat misstanden inderdaad soms zelfs legitimeert; daar moeten we dan ook echt een eind aan maken), maar vóóral ook door foute werkgevers en louche uitzendbureaus die grof geld verdienen over de rug van hardwerkende mensen èn hun collega’s die werkloos thuis zitten. Die werkgevers en die uitzendbureaus moeten worden aangepakt. En zo hard mogelijk.
En dat gebeurt ook: met de Wet Aanpak Schijnconstructies bijvoorbeeld, het invoeren van ketenaansprakelijkheid in de transport, het aantrekken van extra arbeidsinspecteurs, het bestrijden van schijnzelfstandigheid, betere samenwerking met de vakbonden, met stevigere straffen en strakkere (àndere) regelgeving uit Brussel zijn in deze kabinetsperiode meer stappen gezet dan ooit. Stappen die stuk voor stuk op steun van bijvoorbeeld CNV en FNV konden rekenen.
Maar er is méér nodig. Het zijn misstanden als ook gisteren weer in het nieuws, die het draagvlak onder de Europese Unie aantasten. Die werknemers zoals gezegd tegen elkaar opzetten, terwijl ze eigenlijk collega’s zijn. Collega’s die recht hebben op gelijk loon voor gelijk werk.
Uit het nieuws blijkt dat er vooral veel mis is in de uitzendbranche. Omdat flex natuurlijk al lang niet meer alleen voor zoals dat ooit heette ‘piek en ziek’ is, maar gewoon een nòg goedkopere manier om mensen voor je aan het werk te zetten. Omdat uitzendbureaus mensen soms dubbel afhankelijk maken: voor werk, en voor het dak boven hun huis. Durven werknemers hun mond over het een open te doen, dan raken ze het andere kwijt en andersom.
In het verleden is ervan uitgegaan dat de uitzendbranche het zelf allemaal netjes zou gaan regelen. Nou, één ding is duidelijk: dat gebeurt niet. Al is het maar omdat uitzendclubs hun eigen leden niet in de hand hebben. Omdat het overgrote deel helemaal geen lid is. En omdat het een fluitje van een cent is om een uitzendbureau te beginnen. Je stapt met snode plannen de Kamer van Koophandel binnen en komt er even later weer uit als directeur van een uitzendbureau. Daarom zijn er inmiddels maar liefst 36.000 van die bureaus en bureautjes. 36.000!
In het mondelinge vragenuur heb ik het kabinet opgeroepen snel met extra maatregelen te komen (zowel in Europees verband als hier) en de uitzendbranche nu eindelijk aan te pakken. Dat is toegezegd.
Wordt vervolgd dus. Want de Partij van de Arbeid blijft knokken voor een fatsoenlijke arbeidsmarkt.