Het Europa dat wij aan onze kinderen willen doorgeven
Er worden op Europees niveau antwoorden verwacht op de grote vragen, niet op institutionele vragen, maar op echte vragen en verlangens. Herstel van groei en banen, een beheersbare migratie, een betrouwbare en duurzame energievoorziening voor de toekomst. Niet in de weg lopen bij de kleine vragen, maar antwoord geven op de grote. Daar is geen andere structuur voor nodig. Maar moedige politici. Die de lokroep van het populisme kunnen weerstaan, en die zich niet bij voorbaat neerleggen bij de markt. Die het dwars tegen al het chagrijn in ook durven op te nemen voor een Europa dat inspiratie biedt, dat ons vrede en welvaart bracht. Het Europa van de mensenrechten en van de sociale economie. Het Europa dat wij aan onze kinderen willen doorgeven.
Dit zei ik gisteren tijdens het debat over de Brexit. Lees verder voor mijn gehele spreektekst.
Gesproken woord geldt – 27 juni 2016
Voorzitter. In alle emoties van de afgelopen dagen overheerst bij mij de boosheid.
Boos over de roekeloosheid van een Britse premier die met een opportunistisch voorstel voor een referendum zijn leiderschap wilde redden en daarmee een land in chaos stortte.
Boos op de politieke charlatans die aan mensen met reële problemen, een schijnoplossing presenteerden.
Boos over een schaamteloze campagne vol leugens.
En vol haat. Met als tragisch dieptepunt de moord op parlementslid Jo Cox.
Maar ik ben vooral boos op de gemakzuchtige analyses. Over oude, blanke, arme laagopgeleide kiezers die zo dom waren om voor Brexit te stemmen. Dat miskent op zoveel manieren het terechte onbehagen dat in brede lagen van de bevolking heerst. Zij hebben zich niet afgekeerd van Europa. Europa heeft hen in de steek gelaten. Europa, dat project van hoop en zekerheid, had hen niets meer te bieden. Op de grote vragen had het geen antwoord. Op de kleine vragen liep het in de weg. Teveel mensen hadden kennelijk het gevoel dat ze weinig te winnen en veel te verliezen hadden en zagen geen andere uitweg dan te stemmen voor een idee fixe van het eiland waarop alles weer bij het oude zou zijn. Die andere uitweg had de politiek ze moeten bieden. Had Europa hen moeten bieden. Dat deed het niet. Met dit resultaat als gevolg.
De uitslag roept vele vragen op.
Meer vragen dan antwoorden.
Deze situatie vraagt dus ook om bedachtzaamheid. Niet om makkelijke sweeping statements, noch om ferme taal. Laten we al het triomfalisme, de rancune of het defaitisme even laten voor wat het is. Het is allemaal al complex genoeg.
Dus ook geen stoere uitspraken over een quick en dirty einde aan de relatie met Groot Brittannië. Geen spierballenpolitiek ten koste van gewone Britten of van gewone Europeanen. Er is nog veel teveel uit te zoeken. Wat doen de Schotten? De Noord-Ieren? Misschien ziet de situatie er over een paar weken heel anders uit dan we nu denken. Niemand kan dat voorspellen. Laat niemand dat dan ook pretenderen.
De media raakt niet uitgepraat over de politieke situatie in Westminster, waar het chaos troef is. Maar veel belangrijker zijn wat mij betreft de zorgen van 11000 staalarbeiders van Tata steel in Wales. En van de 32.000 werknemers die afhankelijk zijn van de Nissanfabrieken. En vele anderen die misschien zelfs wel voor een Brexit stemden, maar wrang genoeg de eerste slachtoffers kunnen worden als de chaos voortduurt. Laten we hun belangen, en niet de machtsstrijd in Westminster, in ogenschouw nemen bij het vinden van een oplossing.
We mogen daarbij verantwoordelijkheid verwachten van diegenen die dit referendum hebben uitgeschreven. Maar ook de andere Europese lidstaten zullen nu moeten tonen dat niet de afrekening, maar het belang van haar inwoners voorop staat. Ik hoor helaas nog te veel geluiden die het tegendeel bevestigen. Kan de premier mij geruststellen? Gaat hij er alles aan doen om de overige lidstaten uit de rancune modus en in de samenwerkingsmodus te krijgen?
Uiteraard begon men afgelopen dagen in reactie op het referendum ook meteen weer over de structuur van Europa. En over een Nexit. Wie de chaos ziet waarin Groot Brittannië zich nu bevindt, politiek, maatschappelijk en economisch, moet wel over buitengewoon veel masochisme bezitten om daar nu naar te verlangen. Voorzitter, ik meende altijd dat ik de grootste masochist hier was, maar de heer Wilders steekt me naar de kroon.
Het antwoord van anderen, nu doorschakelen naar federaal Europa of juist een grote afslanking van bevoegdheden van Commissie en parlement, is overigens net zo illusoir. Een schijngevecht. Wat helpt die sprong naar voren, of naar achteren, voor het herstel van vertrouwen? Welke Europeaan ziet zijn baan verzekerd, of de migratie beheerst, door een oeverloze discussie over de bevoegdheden van het Europese parlement en de commissie?
De Brexit moet een wake up call zijn voor Europa. Voor Europese politici. Voor ons. Er worden op Europees niveau antwoorden verwacht op de grote vragen, niet op institutionele vragen, maar op echte vragen en verlangens. Herstel van groei en banen, een beheersbare migratie, een betrouwbare en duurzame energievoorziening voor de toekomst. Niet in de weg lopen bij de kleine vragen, maar antwoord geven op de grote. Daar is geen andere structuur voor nodig. Maar moedige politici. Die de lokroep van het populisme kunnen weerstaan, en die zich niet bij voorbaat neerleggen bij de markt. Die het dwars tegen al het chagrijn in ook durven op te nemen voor een Europa dat inspiratie biedt, dat ons vrede en welvaart bracht. Het Europa van de mensenrechten en van de sociale economie. Het Europa dat wij aan onze kinderen willen doorgeven.
Maar er ligt ook, of misschien wel vooral, een nationale opdracht. Deze uitslag over een EU lidmaatschap zegt namelijk misschien wel evenveel, of zelfs meer, over de spanningen in onze Nationale samenlevingen dan over het falen van de EU.
Spanningen, tussen kansrijk en optimistisch versus teleurgesteld en pessimistisch. Wanneer we die kloof niet overbruggen zal Europa een deel van de samenleving nooit perspectief kunnen bieden.
We moeten onze samenleving verbonden houden, zorgen dat er geen grote groepen afhaken, omdat hen elk perspectief wordt onthouden. Jongeren haken af in landen van zuid-Europa als de jeugdwerkloosheid boven de 40% blijft en landen er niet in slagen die omlaag te brengen. Werknemers in laagbetaalde banen in Groot-Brittannië haken af wanneer er voor hen geen enkele perspectief meer is na hard beleid van de Conservatieve regering, en ze worden weggeconcurreerd middels arbeidsmigratie. En dit is geen exclusief Brits probleem. De scheidslijnen van de Britse samenleving, lopen ook door de Griekse, de Franse, de Duitse, en de Nederlandse.
De gecombineerde opdracht is dus: zorg dat Europa houvast en perspectief biedt op de grote vraagstukken. En zorg op nationaal niveau dat iedereen, niet alleen het kansrijke deel, daarvan kan profiteren.
Dat betekent voor Nederland doorgaan met het verkleinen van inkomensverschillen, met de versteviging van de rechten van werknemers in flexibele banen, de bestrijding van schijnconstructies, meer mogelijkheden voor mensen met een beperking, vergroten van kansen in het onderwijs en al die andere sociaal-democratische waarden. Daarop is de afgelopen jaren, opkrabbelend uit de crisis, tegen de stroom in weer voortgang geboekt. Maar er is geen enkele reden tot zelfgenoegzaamheid. We moeten verder met het verstevigen van het sociale weefsel van een samenleving. Dat is een opdracht aan deze kamer en dit Kabinet. Een opdracht waar ongetwijfeld de komende verkiezingen ook over zullen gaan.
Intussen spoor ik de premier aan om met deze boodschap naar Brussel te gaan en de Europese instellingen te behoeden voor een rancuneuze afrekening met het Verenigd Koninkrijk of voor oeverloze exercities over nieuwe structuren.