Nederland moet het voortouw nemen in het vormgeven van een nieuwe muntunie. We moeten niet bang zijn voor de risico’s.
We moeten juist niet bang zijn om risico’s te delen in de Eurozone, maar met de lidstaten werken aan een verstandig begrotingsbeleid en gezamenlijk klappen opvangen in moeilijke tijden. Niet een kortzichtige koers van ieder voor zich, maar een sterk en sociaal Europa voor ons allen.
door Paul Tang en Henk Nijboer
Er gaat de komende tijd veel veranderen in Europa. De Brexit, voorstellen van president Macron, een nieuwe coalitie in Duitsland; iedereen ziet dat om ons heen de panelen schuiven. Dat is een goede zaak want veranderingen zijn nodig. We hebben een Europa nodig dat ons beschermt. We hebben een euro nodig die veilig is. De huidige afspraken richten zich teveel op kille cijfers en te weinig op gevolgen voor mensen.
Frits Bolkestein en Hans Hoogervorst bekijken de euro nog steeds vanuit hun perspectief van 1996, alsof de val van Lehman Brothers en daarna de reddingsoperaties van banken en de speculatieve aanvallen op eurolanden volledig aan hun voorbij is gegaan en er geen lessen te trekken zijn.
De Europese houding van het kabinet is ronduit onverstandig.
Het kabinet is overigens geen haar beter. In plaats van het momentum te benutten en de handen uit de mouwen te steken, kiest het kabinet ervoor om op de handen te zitten. In de stijl van Jan-Kees de Jager in het VVD-CDA-PVV kabinet roept minister Hoekstra af en toe ‘boe’ Brussel, waarna er trots op de borst geslagen wordt omdat het Nederlandse belang gediend zou zijn. Niets is minder waar.
De Europese houding van het kabinet is ronduit onverstandig. Het heeft geen zin om de begrotingsregels verder in ideologisch beton te gieten, ze moeten juist worden aangepast. De regels zijn nu niet effectief, niet geloofwaardig en het ergst: economisch onverstandig. Daarvoor betalen gewone mensen de prijs. In haar recente voorlichting zet de Raad van State de sociaal-economische criteria voor een goed functionerende monetaire unie heel helder op een rij. Een goede monetaire unie is crisisbestendig, in staat om economische fluctuaties op te vangen en draagt bij aan welvaart in alle lidstaten. We moeten vaststellen dat Europa daarin onvoldoende is geslaagd de afgelopen jaren. Dat kan en moet beter.
Buffers moeten centraal staan.
De huidige afspraken voldoen overduidelijk niet en moeten anders. Buffers moeten centraal staan. Dat geldt voor landen. Met een schuld van 20 procent (Luxemburg) is een tijdelijk tekort van 6 procent geen probleem, terwijl met een schuld van ruim 130 procent (Italië) een tijdelijke tekort van 1 procent al te veel kan zijn. Kortom, het schuldniveau en níet het begrotingstekort moet leidend zijn. Dat voorkomt onnodig pijnlijk bezuinigen op het pijnlijke moment van een neergang. Vergeet het Mao-pak van de begrotingsnorm van 3 procent. Buffers moeten centraal staan. Dat geldt ook voor banken. Banken mogen van Europa elke euro nog 33 keer uitlenen. Dat is veel te veel maar het kabinet wil de bankenbuffers juist verlagen tot het Europese niveau. De Dijsselbloem-doctrine – altijd eerst de aandeelhouders op de blaren laten zitten! – moet nu geloofwaardig en consequent worden toegepast. Dat helpt een einde te maken aan de gevaarlijke omhelzing van overheden en banken.
Voor een sterke EMU moeten overheden en banken verantwoordelijkheid nemen voor gezonde financiën. Vergeet niet dat sommige banken nog veel slechte leningen moeten afschrijven en nog gevaarlijk veel nationale schulden op balans hebben staan en dat sommige overheden (Italië dus) de schulden structureel moeten verlagen. Daarvoor is tijd én vertrouwen nodig, zeker bij de financiële markten. Voorstellen tot drastische en snelle ingrepen bieden dat niet. Daarom is een Europese achtervang voor grote banken en landen onontbeerlijk. Het is echt niet in Nederlands belang om een speculatieve aanval op banken en landen uit te lokken. Dat is terug naar de ellendige situatie van 2011, en niet langs start.
Stop met het adagium ‘I’m Dutch so I can be blunt’.
Nederland moet bij de vormgeving van een nieuwe muntunie niet achterover leunen en kijken hoe Merkel en Macron het Europese project nieuw leven inblazen. Nederland is in het verleden altijd het meest effectief geweest in Europa als zij zich als bruggenbouwer tussen Berlijn en Parijs opstelde. Niet om te tekenen bij het kruisje, maar juist om de richting van de Euro mee te helpen bepalen. Dat is ook onze oproep aan premier Rutte en minister Hoekstra: wacht niet af, maar neem initiatief.
Stop met het adagium ‘I’m Dutch so I can be blunt’ dat minister Hoekstra zo feilloos van zijn voorganger De Jager heeft overgenomen. Dat is alleen voor binnenlands electoraal gebruik. Niet voor een toekomst waar we als open handelsland Europa zo hard voor nodig hebben. De agenda van het kabinet draagt bovendien bij aan groeiend cynisme over Europa: het is een kroniek van aangekondigde teleurstellingen die het draagvlak onder de euro verder zal ondermijnen. Dat zou de heren Bolkestein en Hoogervorst toch ook niet aanspreken.
Een sterk en sociaal Europa voor ons allen.
De PvdA staat voor een sociale en sterke Europese koers. Dat begint met het opschonen van de financiële sector, zodat beleggers op de blaren zitten bij omvallende banken. Daarnaast meer ruimte voor verstandig begrotingsbeleid en voor een overheid die de klappen opvangt in moeilijke tijden. En tegelijkertijd waakzaamheid voor de omvang van schulden. Niet een kortzichtige koers van ieder voor zich, maar een sterk en sociaal Europa voor ons allen.