Europadag 2023: Een links Europa en de beloften van vrede en welvaart

10 mei 2023

Een betoog van Internationaal Secretaris Ties Huis in ’t Veld

 

Internationaal Secretaris Ties Huis in ’t Veld

Beste mensen,

Als ergens uit blijkt dat de band tussen de SPD en PvdA hecht is, is dat wel uit deze bijeenkomst vandaag. Het is namelijk al de 10e keer dat jullie samen deze Europadag organiseren.

Mijn opa – opa Huis in ‘t Veld – werkte in de jaren ’50 en ‘60 als douanier in het Limburgse Posterholt, zo’n 100 kilometer ten zuiden van hier. Overdag een luizenbaantje, maar ‘s nachts lag hij met collega’s in de bosjes om smokkelaars – die zelfs koeien en boten de grens over probeerden te krijgen – te slim af te zijn. Een gevaarlijk kat-en-muis spel, waar mijn generatie Europeanen zich niets meer bij kan voorstellen.

Vanavond ga ik mijn ideeën met jullie delen voor een links Europa. Als sociaaldemocraat klinkt dat me als muziek in de oren. Maar wat betekent dit in de praktijk? En wat heeft een links Europa mensen te bieden?

Ik heb altijd geleerd dat de EU om twee zaken gaat: vrede en welvaart.

De twee grote beloften van de Europese integratie.

Deze eerste belofte staat dankzij de Russische inval in Oekraïne weer bovenaan de agenda. Elke dag nog vechten dappere mannen en vrouwen van mijn leeftijd aan het front om de Russen terug te dringen. Ongekende offers brengen ze, voor een oorlog waar ze niet om hebben gevraagd.

De oorlog heeft de zaken in Europa op scherp gezet.

Met de dreiging uit Rusland, waarmee de droom tot gezamenlijke veiligheid definitief uit elkaar is gespat. Maar ook binnen landen, waar de oorlog tot spanningen leidt en enkele kwetsbaarheden pijnlijk heeft blootgelegd.

Neem bijvoorbeeld onze energievoorziening. Jarenlang zaten landen als Nederland en Duitsland voor een dubbeltje op de eerste rij. Russisch gas was goedkoop en vloeide in grote hoeveelheden door de Nordstream deze kant op. Signalen over de ware aard van Poetin werden niet opgepikt of genegeerd.

Zo was de repressie in Rusland zelf, maar ook de inval in Georgië, de overname van de Krim en zelfs MH17 geen reden voor de regering om minder zaken te doen met Moskou. Vanaf 2014 – het jaar van de MH17 – werd er door Nederland niet minder, maar meer Russisch gas geïmporteerd. De aanleg van een Nordstream 2.0 werd door premier Rutte tot aan de oorlog een ‘louter commercieel project’ genoemd.

Deels past dit in het realistische buitenlandbeleid dat in Nederland door de VVD wordt aangehangen. Deals met dictators zijn nodig om het verdienvermogen van NL te vergroten, zo is het argument.

Maar ook wij sociaaldemocraten moeten onszelf een spiegel voorhouden.

Zo was jarenlang binnen de SPD de gedachte dat door het bedrijven van handel, waarden als vrede en democratie konden worden bevorderd. Het zogenoemde ‘Wandel durch Annäherung’, als onderdeel van de ‘Ostpolitik’ van Willy Brandt. We mogen niet onderschatten hoeveel leiderschap het heeft gevergd van Olaf Scholz om met dit verleden te breken. Om het dus over een andere boeg te gooien en te concluderen dat de agenda van zijn voorgangers niet heeft gewerkt.

Dit geldt zo voor Rusland, maar ook voor China zeg ik erbij. Want ook de relatie met hen hebben we jarenlang als louter economisch gezien.

De afgelopen winter is er gelukkig veel gedaan om minder afhankelijk van Poetin te worden.  Maar van een juiste aanpak ten aanzien van China is nog lang geen sprake. Een land waar we ook in grote mate afhankelijk van zijn, zo bleek onder meer tijdens de coronacrisis.

Partijen van links tot rechts vinden nu dat de EU zelfstandiger, soevereiner moet worden.

En dit moet ook gebeuren. Maar wat de gevolgen hiervan zijn, lijkt in het publieke debat nauwelijks door te dringen.

Laat ik een voorbeeld geven:

In 2030 moeten windmolens op zee driekwart van ons elektriciteitsgebruik voorzien. Hiervoor zijn zeldzame aardmetalen nodig, waarvan ongeveer 90 procent in China wordt verwerkt. Hoe gaan we de klimaatdoelen halen als China de handel stopzet? Als Xi net als Poetin de afhankelijkheden als geopolitiek drukmiddel gaat inzetten?

Kiezen we er dan voor om de zware industrie – die slecht is voor milieu en werknemers – terug te halen naar Europa? Of vinden we het wel best zolang Chinese fabrieken maar onze iPhones blijven maken?

Uiteraard bepleit ik niet dat we onze principes loslaten. Sterker nog:

Respect voor mens en natuur moeten leidend zijn bij het formuleren van oplossingen.

Om daar te komen is niet alleen het streven naar Europese soevereiniteit nodig, maar vooral een eerlijk debat over de scherpe keuzes die daarbij komen kijken.

Dan over onze steun aan Oekraïne:

In zowel Duitsland als Nederland komen stemmen op die zeggen dat Oekraïne de oorlog nooit volledig kan winnen. En dat het hierdoor beter is om te onderhandelen om mensenlevens te sparen; een doel dat we allemaal in deze zaal delen. Deze discussie moeten we wat mij betreft niet uit de weg gaan. Want:

Het voelt soms paradoxaal, om vrede te willen en tegelijkertijd wapenleveranties te steunen.

Toch – nu de oorlog blijft aanhouden – zou het in mijn ogen verkeerd zijn om vanuit de veiligheid in het westen de Oekraïeners te vertellen wat te doen. En wanneer en onder welke voorwaarden zij die strijden de handtekening moeten zetten. Poetin is en blijft de enige schuldige. En tegen zijn agressie heeft Oekraïne het volste recht zichzelf te verdedigen en de terugkeer van bezet gebied en gedeporteerde kinderen te eisen.

De realiteit is dat Oekraïne – een land dat wel om menselijke waardigheid geeft – zonder onze militaire steun onder de voet wordt gelopen.

Hoogleraar Mathieu Segers noemde de tweede belofte – de bevordering van welvaart – individuele veiligheid.

De veiligheid van mensen om niet in armoede te vervallen.

De Europese Gemeenschap – zoals deze in de jaren ‘50 werd gecreëerd – kwam niet alleen voort uit ‘nooit meer oorlog’, maar ook uit de realisatie dat de gruwelijkheden nooit hadden kunnen gebeuren zonder de economische ellende uit de jaren ‘30. ‘Nooit meer oorlog’ als doel, met een bloeiende economie als middel.

Zo was de gedachte.

Dat deze economie met dank aan de interne markt ongekende groei heeft gekend is een feit, maar het staat ook vast dat dat deze niet door iedereen als bloeiend is ervaren. Zo hadden rond het jaartal 2010 meer dan 55 procent van de jongeren in Spanje geen baan. In Italië was dit 42 procent. Ruim 115 miljoen Europeanen leefden in armoede of kampten in deze jaren met het risico om in armoede te raken.

“Een EU die sociale standaarden ten grabbel gooit, zal de steun van burgers verliezen”, zei oud-Commissievoorzitter Jacques Delors eens. En hij had gelijk.

In de nasleep van de financiële crisis nam het onbehagen in Europa toe.

De Britten verlieten de EU en de steun voor het Europese project was in veel lidstaten nooit eerder zo laag geweest.

Gelukkig zijn er in de tussentijd stappen gezet.

Door sociaaldemocraten in heel Europa wordt hard gewerkt om de weeffouten van het Verdrag van Maastricht uit 1992 – waarin de sociale dimensie door markt en munt werd ondergesneeuwd – te herstellen.

Een paar voorbeelden:

  • In 2017 werd in het Zweedse Gothenburg de Europese pijler van sociale rechten vastgelegd, met initiatieven om jeugdwerkloosheid terug te dringen, werknemers beter te beschermen en gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen. 
  • In Porto, het vervolg van Gothenburg, kwamen Europese leiders het SURE-programma overeen; een fonds dat ervoor zorgde dat mensen hun banen in de lockdowns konden behouden.
  • En vorig jaar, dankzij onze Agnes Jongerius, kwamen er standaarden om minimumlonen in heel Europa te verhogen.                                                                                                                                                                                                     

Zijn we er dan? Nog lang niet.

Een jaar voor de Europese verkiezingen is er in Brussel een ouderwetse links-rechtsstrijd losgebarsten. Zo zetten wij ons in voor vast werk met een Europees verbod op nul-urencontracten, voor meer nadruk op de sociale dimensie in het begrotingsbeleid en voor de uitbanning van armoede onder 20 miljoen kinderen binnen de EU. Kortom, een sociale dimensie op gelijke voet met markt en munt. En te midden van een energietransitie die effect gaat hebben op zowat alle aspecten van ons leven, komt dit geen dag te laat. Want “deze energietransitie zal sociaal zijn of niet zijn”, zoals Frans Timmermans het zo treffend kan zeggen.

Ik ga richting de afronding.

Het is duidelijk dat de huidige focus van Europese leiders op veiligheid ligt.

En met uitdagingen als de oorlog in Oekraïne en strategische afhankelijkheden ligt hier ook voor ons als sociaaldemocraten een belangrijke taak.

Maar laten we luisteren naar de grondleggers van de EU: veiligheid is een breed begrip.

Het betreft externe en individuele veiligheid: vrede én bestaanszekerheid.

De twee grote beloften die in nieuwe contexten om nieuwe uitwerkingen vragen, maar die na 70 jaar Europese integratie nog altijd gaan om de verwachtingen die mensen van de EU hebben. Of het nu de generatie van mijn opa of die van mijzelf betreft.

En het zal niemand zijn ontgaan dat ik ervan overtuigd ben dat een links Europa het beste middel is om deze beloftes vandaag de dag in te lossen.

Ties Huis in ’t Veld tijdens zijn speech voor de Dag van Europa op 9 mei in Nijmegen