11 juli 2016

Amerikaanse antiterreurwet is een gevaar voor de rest van de wereld

Stelt u zich eens voor dat Ibrahim el Bakraoui toen hij door Turkije op het vliegtuig naar Nederland was gezet meteen was doorgevlogen naar de VS en daar die vreselijke aanslag had gepleegd in plaats van in Brussel. En stelt u zich voor dat een groep Amerikaanse burgers Nederland daarvoor aansprakelijk zou stellen. Stelt u zich dan voor dat Nederland een schadeclaim van miljarden boven het hoofd zou hangen, die op basis van het Amerikaanse recht en door een Amerikaanse rechter aan ons kon worden opgelegd. Dat is onvoorstelbaar, zult u zeggen, pure fictie. Maar niets is minder waar.

Op basis van een nieuwe wet in de VS met de naam JASTA kan het. De Justice Against Sponsors of Terrorism Act is een wet die het mogelijk maakt om in de VS andere landen enorme schadevergoedingen te laten betalen omdat die landen in hun eigen land onvoldoende aan terrorismebestrijding zouden hebben gedaan. Aanleiding voor de wet is de vermeende rol van Saoedi-Arabië bij de aanslag op het World Trade Centre op 9/11. Vanuit die achtergrond klinkt een schadevergoeding niet onsympathiek, ware het niet dat de gevolgen vele malen verder strekken dan die ene zaak: JASTA stelt het Amerikaanse recht boven het recht van alle andere landen. De wet gaat volstrekt voorbij aan de noodzaak van internationale oplossingen ter bestrijding van onrecht en ondermijnt de internationale strijd tegen terrorisme. JASTA is niets meer dan een dikke middelvinger naar de rest van de wereld. En het ergste: deze wet wordt gesteund door de senaat en de volgende president van de VS; zowel Clinton als Trump zijn voor. Hij zal er dus wel komen.

In Nederland bepalen we zelf, democratisch, welke wetten wij willen. Hier bepalen we dus zelf hoe we omgaan met euthanasie, drugs of abortus. We hebben zelf rechters die controleren of de wetten goed worden toegepast. En die wetten gelden voor iedereen in Nederland, ook voor buitenlanders maar alleen als zij in Nederland zijn. Wij hebben te respecteren dat andere landen in hun wetgeving andere keuzes maken. Met de JASTA-wet overtreedt de VS dit fundamentele principe: onze soevereiniteit staat op het spel.

Ik vrees bovendien dat deze wet contraproductief zal werken in de strijd tegen terrorisme. JASTA is niet gericht op internationale samenwerking tegen terreur, maar ondermijnt die: deze wet kan ertoe leiden dat inlichtingendiensten en politiediensten te weinig of juist teveel informatie gaan verstrekken aan hun Amerikaanse partners om alle aansprakelijkheid maar te voorkomen. Een foutje kan immers tot astronomische schadevergoedingen leiden. En reken maar dat de rechtszaken er komen: Iedere Amerikaanse burger kan een claim indienen en hun advocaten likken de vingers al af bij de enorme winsten die ze kunnen behalen als ze een zaak winnen.

En tot slot markeert deze wet weer het dedain van de VS voor de pogingen om de grootste boeven in de wereld aan de pakken via het Internationale Strafhof. Zij doen hier niet aan mee. Ze leggen ondertussen anderen hun wettelijke normen op. Zij maken als het ware hun Supreme Court tot hoogste rechter in de wereld. Aan ambitie geen gebrek. Aan samenwerking en respect wel. Deze wet is, kortom, een gevaar.

Wat kunnen we doen om te voorkomen dat JASTA in werking treedt? Is dit niet in strijd met verdragen en VN-conventies waar ook de VS aan gehouden is, zoals de United Nations Convention on Jurisdictional Immunities of States and their Property? Diplomatieke stille beïnvloeding heeft tot op heden nog niets uitgehaald. Laat de diplomatie dan luider worden. Laat niet alleen Nederland, maar Europa dan een vuist maken die aan de andere kant van de oceaan gevoeld wordt. Koppel dit onderwerp aan lopende onderhandelingen zoals Safe Harbor. Het kabinet moet zich, met de minister van Veiligheid en Justitie voorop, luid uitspreken tegen JASTA en alles in het werk stellen om te voorkomen dat onze almachtige bondgenoot ons een wet oplegt die ons eigen recht vervangt door het Amerikaanse en de internationale terrorisme-aanpak fnuikt.

Door: Jeroen Recourt, PvdA Tweede Kamerlid