Met democratische middelen is in Turkije een autoritaire leider verslagen, en dat mag gezien worden als het begin van een omwenteling. Hoogste tijd voor minister Blok van Buitenlandse Zaken om in actie te komen.
Er wordt gedanst in de straten van Istanbul. Ekrem Imamoglu, kandidaat voor de Turkse oppositiepartij CHP heeft met ruime meerderheid de burgemeestersverkiezingen van Istanbul gewonnen. Met 54 tegen 45 procent liet Imamoglu zijn tegenstander, voormalig premier Benali Yildirim achter zich. Minister Blok moet deze overwinning van de oppositie aangrijpen om eindelijk af te dwingen dat de rechtsstaat in Turkije wordt hersteld. Zodat politieke showprocessen tegen activisten stoppen, journalisten niet langer onrechtmatig worden vastgehouden en Nederlanders van Turkse afkomst veilig Turkije kunnen bezoeken. Ongeacht hun politieke voorkeur en uitingen daarover op social media.
Het is overigens niet de eerste keer dat de oppositiepartij de verkiezingen wint. Ook op 31 maart dit jaar behaalde Imamoglu de meerderheid van de stemmen. Onder druk van de AK-partij, die niet tevreden was met de verkiezingsuitslag moesten de verkiezingen echter opnieuw. Toen wij Imamoglu eerder deze maand spraken tijdens een bezoek aan Turkije, bleef hij optimistisch en overtuigd van zijn boodschap van inclusieve politiek. Zijn overtuiging was terecht en het verlies voor zittend president Recep Tayyip Erdogan werd alleen maar groter. Inmiddels heeft die per tweet zijn felicitaties aan Imamoglu overgebracht. De poging van President Erdogan om de democratische stembusgang te manipuleren ontplofte hiermee in zijn eigen gezicht.
Met deze verkiezingsuitslag zijn niet alleen kandidaat Yildirim en zijn AK-Partij verslagen. Maar ook de politiek van haat en verdeeldheid die Turkije al enige jaren in zijn greep heeft. De rechtsstaat kachelde achteruit; Erdogan trok steeds meer macht naar zich toe, zette tegenstanders vast en muilkorfde de pers. De politieke positie van de Zonnekoning van Turkije was al verzwakt door de recessie waarin de Turkse economie zich in bevindt. Maar het verlies van de grootste stad van het land aan de oppositiepartij, nota bene de stad waar Erdogan zijn politieke carrière begon en eerder zelf burgemeester was, is opnieuw een grote nederlaag en moet worden gezien als het begin van een omwenteling. Ook is het een opsteker voor democraten die wereldwijd onder vuur liggen van populisten en autoritaire leiders. De Turken geloofden nog in het democratische proces van verkiezingen en hebben via de stembus een autoritaire leider een mokerslag toegediend. De Turkse bevolking heeft de buitenwereld getoond dat we hen nog niet mogen opgeven.
Onze eigen minister Blok moet daarom eindelijk fermer uit de hoek gaan komen. Het is mooi dat de diplomatieke betrekkingen met Turkije volledig hersteld zijn, maar een herstelde relatie mag geen alibi zijn om kritiek op de belabberde mensenrechtensituatie dan maar verder achterwege te laten. Waar de Amerikanen en de Duitsers luidkeels en door te dreigen met potentieel pijnlijke maatregelen, met succes de vrijlating van door Turkije vastgezette staatsburgers eisten, hanteert Nederland de stille diplomatie waar het Nederlanders betreft. Maar stille diplomatie is alleen effectief als er achter de schermen harde woorden worden gesproken. Niets wijst daar echter op. Zo zitten een 31-jarige Rotterdamse vrouw en haar baby al sinds april vast in een Turkse cel en ook het Eindhovense raadslid Murat Memis kan al sinds april het land niet verlaten. Toen de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Cavusoglu 2 dagen na het vastzetten van de moeder en haar baby Nederland bezocht, stond het onderwerp niet eens op de agenda.
In Istanbul wordt zondagavond de overwinning gevierd van Ekrem Imamoglu van de CHP. Beeld Joris Van Gennip
Het reisadvies voor Turkije is overigens wel aangepast. Op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken is te lezen dat Nederlanders – al dan niet van Turkse afkomst – het risico lopen bij aankomst in Turkije opgepakt te worden als ze zich bijvoorbeeld via de sociale media kritisch over Erdogan hebben uitgelaten. Kortom, wanneer je je familie in Turkije wilt bezoeken of lekker aan het strand van Antalya wilt luieren, heb dan vooral geen mening en als je die wel hebt, hou die dan voor je. Heb je wel je mening geuit, dan kun je beter niet gaan. En daar laat Blok het bij. Dat is geen stille diplomatie, dat is Nederlandse staatsburgers stilletjes in de kou laten staan.
Minister Blok moet dit moment aangrijpen om zijn spierballen te laten zien. Want niet opeens zullen met deze verkiezingsuitslag de rechtsstaat en de persvrijheid hersteld zijn in Turkije, maar nu de autocratische president wat minder stevig in het zadel zit is dit een uitgelezen moment om de economische relatie met Turkije als hefboom te gebruiken. En niet alleen vanuit Nederland moeten hardere woorden worden gesproken, ook moet minister Blok een ferme positionering ten aanzien van Turkije in de EU bepleiten. De EU moet zich scharen aan de kant van de democratische krachten, in plaats van nog langer weg te kijken.
Door Lilianne Ploumen en Kati Piri
Dit opiniestuk is op 24 juni 2019 verschenen in de Volkskrant.
Afbeelding: Pixabay