“Eén op de negen kinderen groeit op in armoede. En dat gaat mij aan het hart, want ooit was ik één van hen. Ik groeide op met alleen mijn moeder. We hadden het fijn samen, maar we hadden het niet breed. Die spanning, die onzekerheid, was altijd op de achtergrond aanwezig. Het maakt dat je nooit zorgeloos bent. Daarom ben ik de politiek in gegaan. Politiek kan de levens van mensen veranderen. Kinderen de kansen geven die ze verdienen, ongeacht hun afkomst. Ongelijkheid verkleinen, bestaanszekerheid vergroten. Daarom ben ik sociaaldemocraat. Dat is wat mij elke dag drijft.
De Partij van de Arbeid staat op de schouders van reuzen. Nederland had er wezenlijk anders uitgezien zonder grootheden als Drees, Den Uyl en Kok. Zij hebben ons land eerlijker en socialer gemaakt. Het is nu aan ons om het volgende hoofdstuk te schrijven. Met een warm hart, met vrolijkheid en met een stevige dosis nuchterheid.”