Honderd dagen sociaaldemocratisch beleid in Spanje: een ruk naar links?

25 oktober 2018

De sociaaldemocratie zit Europees gezien in het defensief. Behalve op het Iberisch schiereiland, met Spanje als Europees zwaargewicht. Reden om in te zoomen op de prestaties van het kabinet van de sociaaldemocratische PSOE, dat er inmiddels ruim honderd dagen op heeft zitten.

PSOE-regering: ruim 100 dagen aan de macht

Pedro Sánchez is sinds juni dit jaar aan de macht. Hij volgde het rechts-conservatieve kabinet van Partido Popular (PP) premier Mariano Rajoy op, dat vanwege de gefragmenteerde verkiezingsuitslag van 2016 slechts werd gedoogd en door corruptieschandalen ten val kwam. Dit betekent niet dat Sánchez steviger zit: hij kreeg een meerderheid in het parlement achter zijn alternatieve regering, maar was hierbij afhankelijk van zowel het linksradicale Podemos, als allerlei regionale partijen (waaronder de Catalanen, die nog steeds een appeltje met Madrid hebben te schillen). Hoewel de linkse gedoger Podemos hoopte op ministers, bestaat het kabinet louter uit de PSOE. Sánchez baarde opzien en dwong ook respect af door een kabinet samen te stellen waarin veel vakmensen en bovenal veel vrouwen plaats namen.

Aanvankelijk was de boodschap dat de PSOE relatief kort zou regeren ‘om de democratie te herstellen en het land te zuiveren van corruptie’, maar al snel bleek dat Sánchez geen eindtermijn wilde noemen. De strategie is om zo lang mogelijk te zitten, en hiermee te laten zien dat een linkse regering ook (economische) stabiliteit kan brengen en een alternatief voor de PP dus mogelijk is. Veel zal afhangen van in hoeverre de PSOE een eigen begroting door het parlement kan krijgen. Hiervoor zal weer steun van de gelegenheidscoalitie nodig zijn. Momenteel werkt de regering nog met de in mei 2018 onder leiding van de PP afgesproken begroting. Anderzijds heeft de PP laten zien dat je in Spanje zelfs zonder begroting nog een tijd kunt blijven zitten.

Speerpunten en actuele thema’s

De PSOE probeert ondanks haar fragiele electorale basis toch een ronduit linkse agenda door te voeren. De belangrijkste speerpunten zijn:

  • De inzet op een sociale agenda onder de noemer ‘sociale rechtvaardigheid’, met o.a. bestrijding armoede onder kinderen, uitkeringen voor langdurig werklozen. Bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Verhoging van lonen, betere arbeidsrechten, en een sterke onderwijsagenda.
  • Nieuwe omgang met de Spaanse Burgeroorlog. De PSOE wil hiertoe de grafkist van Franco uit de Valle de los Caídos (vallei der gevallenen, groot oorlogsgraf en tevens nationalistisch symbool) halen. Dit roept een sterke reactie van rechts Spanje op. Niettemin hebben de PP en Ciudadanos zich onthouden tijdens de stemming, waardoor er nu wel parlementaire goedkeuring is. Aangezien de familie Franco en de abdij die het graf beheert moeilijk doen, sleept de kwestie al maanden voort, waarbij de PSOE haar linkse waarden goed kan etaleren.
  • Het terugdraaien van bezuinigingen op het onderwijs die ingezet waren door de PP.
  • De algemene publieke uitvoering en toegankelijkheid van de zorg. Ook hier draait men eerdere maatregelen van de PP terug.
  • Het feminisme. In maart 2018 bleek de feministische beweging zeer sterk gegroeid te zijn, ook door enkele merkwaardige gerechtelijke uitspraken in verkrachtingszaken. De PSOE probeert deze nieuwe en vitale beweging aan zich te binden door gendergelijkheid te prioriteren.

Dit betekent echter niet dat de PSOE alle maatschappelijke thema’s in haar beleid adresseert. Belangrijke thema’s waarop nog een antwoord moet komen zijn bijvoorbeeld:

  • De flexibilisering van de arbeidsmarkt en de grote kloof tussen vast en flex. Jongeren zijn of werkloos, of verdienen (als ze ‘geluk’ hebben) €1000 per maand in zeer kortdurende contracten (de zogenaamde mileuristas). Linkse jongeren stemmen bovengemiddeld Podemos in plaats van PSOE. De PSOE zegt ‘fraude’ in de bedrijven aan te willen pakken, waaronder ook overtredingen van de arbeidswetten.
  • De Catalaanse afscheiding. De PSOE wil hierbij inzetten op een ‘dialoog’ en ‘het overbruggen van tegenstellingen, zowel tussen Spanje en Catalonië als binnen de Catalaanse samenleving’.[i] Er zijn weer ontmoetingen met de Catalaanse regiopremier. De vraag is echter of de PSOE de ruimte krijgt voor haar dialoogagenda. De verwachting is dat dit najaar de kwestie weer gaat opspelen. In Spanje leeft zowel onder links als rechts een grote antipathie jegens het Catalaanse separatisme. Ciudadanos, dat een nog hardere politiek bepleitte dan de PP, dankt hier haar hoge stand in de peilingen aan. Het zal voor de PSOE niet makkelijk zijn een middenweg te bewandelen: veel Spanjaarden willen juist de harde lijn, terwijl dit natuurlijk het conflict tussen beide zijden verergert. Toegeven aan de Catalaanse eisen is dus electoraal gevaarlijk. De PSOE is echter voor haar meerderheid in het parlement afhankelijk van Catalaanse partijen. Voor hen is met name van belang dat alle gevangen politici en leiders van de demonstraties van het najaar 2017 vrij komen.

Problemen en schandalen

Ondanks de frisse start van de PSOE, is de nieuwe regering ook al direct in lastig vaarwater geraakt. Op 11 september moest onverwachts de PSOE-minister van Volksgezondheid aftreden, vanwege gemanipuleerde studieresultaten. Dit staat voor iets groters: Spanje heeft er in dit voorjaar een langslepend schandaal opzitten met PP-kopstuk Cifuentes, die haar master vervalst had. Ook PP-leider Casado wordt hiervan verdacht. Het raakt echter premier Pedro Sánchez ook, aangezien er twijfels zijn over zijn proefschrift: er zouden delen geplagieerd zijn. Media hebben het uitgezocht, en er lijken inderdaad stukken onregelmatig overgenomen te zijn in een boek. Er zijn geruchten dat hij het niet zelf heeft geschreven, maar geholpen is door ambtenaren van het ministerie van Industrie. Hoewel Sánchez dit wel lijkt te gaan overleven[ii], meet de rechtse pers de kwestie breeduit, en zal dit aan hem blijven plakken.

Belangrijker en eveneens problematisch is of de PSOE een begroting kan doorvoeren. Deze discussie speelt elk jaar in november. Een paar weken geleden heeft de PSOE-gelegenheidscoalitie een soort parlementaire truc uitgehaald, door per verrassing een voorstel aan te nemen dat de senaat geen veto over de begroting kan uitspreken. In de senaat heeft de PP de meerderheid. Hierdoor neemt de kans toe dat er een begroting aangenomen kan worden, mits de PSOE tot een akkoord kan komen met zijn coalitie. Met Podemos zijn er al afspraken over een politieke agenda. Echter, de vraag is wat de regiopartijen als de Catalanen gaan eisen. De truc is geen gelopen race, en voedt tevens de kritiek van rechtse stemmers dat dit een illegaal kabinet is, dat niet via verkiezingen aan de macht is gekomen en dit soort trucs moet uithalen om te kunnen regeren.

Toekomst voor de PSOE

Er komen hoe dan ook redelijk snel verkiezingen aan: hetzij als de PSOE de termijn tot 2020 afmaakt, hetzij als ze eerder verkiezingen uitschrijft zodra er geen begroting is. Voor de PSOE is het belangrijk om de grootste op links te blijven. Hiertoe zal ze meer jongeren/linkse stemmers moeten aanspreken om Podemos de wind uit de zeilen te nemen. De PSOE is hiervan bewust met slogans als ‘Somos la izquierda’ (Wíj zijn het links [en niet Podemos – TvL]) en ‘La Izquierda que gobierna’ (Het links dat regeert – de PSOE als enige kans op een linkse regering).[iii] Er blijft wantrouwen op links ten aanzien van de PSOE vanwege de crisishervormingen tijdens Zapatero. De PSOE leidt sinds ze regeren echter voor het eerst in jaren in de peilingen[iv]. Sánchez zit intern stevig, wat ook wel eens anders is geweest. Podemos heeft een interne strijd achter de rug en verloor daardoor veel van haar vernieuwende energie. De Partido Popular heeft net met Pablo Casado een zeer conservatieve leider gekozen, die bovendien al direct in een schandaal rond zijn mastertitel is verwikkeld. Dus zelfs als er zeer snel verkiezingen komen, dan staat de PSOE, met haar uitgebreide programma, er ten opzichte van haar tegenstanders goed voor. Ciudadanos is echter wel een geduchte tegenstander: vernieuwend, modern, maar wel rechts. Spanje is overwegend een linksstemmend land. Als de PSOE zowel op links dominant is, als dat ze toch niet te ver uit het centrum blijft, dan kan Sánchez wellicht afstevenen op een sociaaldemocratische regering die wél rust op een electorale zege. En dat zou de Europese sociaaldemocratie ook weer wat hoop geven.

Twan van Lieshout

 

Bronnen

[i] http://www.psoe.es/actualidad/noticias-actualidad/propuestas-socialistas-para-el-cambio-en-cataluna/

[ii] https://elpais.com/politica/2018/09/14/actualidad/1536938921_232616.html?rel=mas

[iii] http://www.psoe.es/actualidad/noticias-actualidad/psoe-la-unica-alternativa-de-izquierda/

[iv] PSOE 25,8%, PP 24,2%, C’s 21,9%, Podemos 18,2%, peiling 17-9-2018: https://electocracia.com/

Bron afbeelding

Waar ben je naar op zoek?