23 februari 2017

Waarom de internationale pers onze verkiezingen volgt

De NOS moest dit weekend door het stof. Verslaggever Michiel Breedveld meldde onterecht in het 8-uurjournaal dat er een ‘ongelooflijke mensenmassa’ op Wilders’ campagneaftrap in Spijkenisse af was gekomen. Dit klopte niet: het publiek bestond uit tientallen, misschien een paar honderd mensen. Wél waren er opvallend veel buitenlandse journalisten. De  internationale pers lijkt de Nederlandse verkiezingen op de voet te volgen. Waar komt deze aandacht vandaan?

Er staat dit jaar veel te gebeuren in Europa. Terwijl iedereen nog bijkomt van de beëdiging van Trump en het Britse besluit de EU te verlaten, komen er alweer allerlei verkiezingen aan. Niet alleen in Nederland mogen we binnenkort naar de stembus. In april en mei kiest Frankrijk in twee rondes de nieuwe president. Vervolgens vinden daar ook in juni verkiezingen plaats voor een nieuwe Assemblée (de Franse Tweede Kamer). In september zijn er de Bundestagverkiezingen in Duitsland en de parlementsverkiezingen in Noorwegen. Veel internationale media zien in Nederland dezelfde politieke trends als in hun eigen land, waarbij het ze met name om de opkomst van het rechts-populisme gaat.

Neem bijvoorbeeld Frankrijk, waar het nu al spannend is. Tot voor kort verwachtten de Fransen een verkiezingsstrijd tussen Marine le Pen, van het rechts-populistische Front National, en François Fillon, de kandidaat van de centrumrechtse Republikeinen. Maar afgelopen weken bleek dat Fillon niet zo integer is als hij lijkt: een Frans onderzoeksblad onthulde dat Fillons vrouw 830.000 euro verdiende als zijn parlementair assistent, terwijl niemand iets van deze baan afwist. Soortgelijke onthullingen volgden en dit leidde tot een forse daling in de peilingen. Tegelijkertijd dook  Emmanuel Macron op met zijn nieuwe partij En Marche!. Hij was eerder actief bij de Parti Socialiste en minister onder Manuel Valls. Met zijn nieuwe partij trekt hij opeens volle zalen en lijkt hij een serieuze bedreiging te vormen voor Fillon en Le Pen.

De Parti Socialiste doet natuurlijk ook nog mee. Zij kozen recent een nieuwe leider: Benoît Hamon. Hij lijkt een linksere koers te kiezen dan zijn voorganger François Hollande. Hamon zal zijn best moeten doen om de Parti Socialiste weer terug in de race te krijgen. Maar er kan nog van alles gebeuren: er zijn nog twee maanden te gaan en de populaire Macron zakt alweer iets weg in de peilingen. Hij gaat nu samenwerken met de centrumrechtse politicius François Bayrou. Hierdoor vormt Macron een bredere basis, maar loopt hij ook risico zijn imago als nieuwe, frisse politicus te verliezen. Gezien al deze ontwikkelingen in de afgelopen maand, beloven de komende twee maanden minstens zo interessant te worden in Frankrijk.

In Duitsland zijn de verkiezingen nog een stuk verder weg. De Duitsers kiezen pas in september de nieuwe Bondsdag. Maar nu al lijkt het erop dat Merkel voor het eerst sinds jaren zou kunnen verliezen met haar partij, de CDU. In januari verkozen de Duitse sociaaldemocraten Martin Schulz als nieuwe leider van de SPD. Dit zorgde voor een opvallende stijging in de peilingen: ze spreken in Duitsland al van het ‘Schulz-effect’. De SPD gaat dus met hernieuwd zelfvertrouwen de komende campagne in.

Maar eerst is Nederland aan de beurt. Landen als Frankrijk en Duitsland zien de Nederlandse verkiezingen als een soort voorbode van hun eigen verkiezingen. Hoe gaat Wilders het doen en wat zegt dat over rechts-populisme in eigen land? En blijft rechts zo populair, of trekt links nog verder aan? Ook in Nederland geldt dat de race nog lang niet gelopen is. Het is in elk geval zeker dat het spannende maanden worden in Europa, en dat we elkaar nauwgezet in de gaten houden.

Door Roos Lankhorst, PvdA Internationaal Secretariaat